dinsdag 26 juni 2012

Vertroeteld en opgegeten

Dit weekend waren wij weer eens te gast bij vrienden HM. Gelukkig waren de temperaturen inmiddels draaglijk maar toch konden wij ons in bermuda vervoegen op het terras. De terrassen liever gezegd, de ene voor de pastis, de ander voor het eten.
Maar eerst kletsen uiteraard, proberen in te halen en bij te kletsen, wat natuurlijk nooit helemaal lukt. En niet te vergeten de dieren, de hele dierentuin van het landgoed, allemaal heerlijk los door elkaar en om ons heen.
In de keuken was al bedrijvigheid en nieuwsgierige P liep er eens binnen en daarom was de verrassing eerder ontdekt dan moest, maar niet minder leuk.

SLAKKEN!! Een grote schaal met slakken, nota bene uit eigen tuin!

Klopt, hier zijn veel slakken, ook bij ons in de tuin. In ons buurdorp verschijnt elk jaar een bordje op de hekken, slakken te koop, 300 forint voor een kilo, 1 eurootje......
De Hongaarse slak schijnt ook te worden geexporteerd naar Frankrijk en hier zie je ze nooit op de kaart. Wij hebben er zelf ooit over nagedacht, lekker slakken met veel knoflook en vroegen advies aan vrienden BAMI. Uiteraard wisten zij hoe het moest en we kregen een college slakkenbereiding. Ongeveer halverwege waren wij er al van overtuigd dat we die bereiding maar aan anderen zouden overlaten en gelukkig, zeer onverwacht maar gelukkig, kregen wij daar nog bevestiging in ook. Leuk en lekker om te eten, maar niet zelf maken.

En nu hadden HM het toch gedaan. En we vroegen hoe en weer was er daar het college. Even twijfelden we nog, toch een keer zelf proberen, maar hoe makkelijk is het toch als de ander er werk van heeft en wij zomaar mogen aanschuiven. Want een werk is het.....vangen, een paar dagen vertroetelen met lekkere dingetjes, meel, veel meel en de slak schoon krijgen, ook van binnen.....dan koken, de huisjes ook zeer goed schoonmaken en pas op het eind de vorm geven die we kennen, een gekookte slak in een schoon huisje met heerlijke knoflookboter.

Het magische moment was daar, de ovendeur open, de schaal eruit, en wij met het goede gereedschap in de aanslag. Een slakkentang om vast te houden en een prikker om de slak uit het huisje te verwijderen. En natuurlijk was er zelfgebakken brood bij zodat de geuren zich heerlijk tussen ons mengden. Ik maakte even een foto van de slakken maar meer dan een indruk geeft dit niet.


En we bleven bij de huisjes want daarna kwamen er zalige mosselen met eigengemaakte pasta. En daarna nog kaas.....het was verwennerij ten top. Als we even nadenken hoeveel uren werk daarin hebben gezeten, voelen we ons bijna schuldig.

De zondag was een rustige (na)genietdag, met een boek op de deckchair en een nieuw soort van geluksgevoel. Ik zou de maandag niet om 5 uur opstaan, maar gewoon 2 uur later. Ik heb deze week wat afspraken die beter zijn vanaf de pastorie dan vanaf de Grote Stad, dus blijf ik nog even op honk. Tot woensdag.

Nette kleren hangen klaar maar voor al het werk dat gewoon achter de laptop kan, zit ik heerlijk in het oude kloffie in de prachtig geworden, nieuw gestucte studeerkamer/bibliotheek, omgeven door de honden die ook blij zijn dat ik er nog even ben.




zaterdag 23 juni 2012

Niks tropenrooster

Het was afzien deze week. Niet op kantoor en niet in de auto want daar is de klimaat controle aan en doet goede zaken. Maar alle momenten er tussen in waren afzien. Ik had plannen voor bepaalde boodschappen maar ik zag er vanaf. Ik had wel zin in terrasjes maar zocht de eettentjes uit op kelder/dichte ramen/airco. En steeds in de hoop dat het wel af zou koelen 's avonds....maar dat deed het niet. In het appartement had ik de luiken dicht en was het donker. Donker en warm.

Ik had gestreken en stikte bijna en baldadig hield ik het voor gezien voordat het klaar was. Op ons kantoor is een was-, verstel-, schoenlap service en als je laat wassen dan wordt er ook gestreken. Kijk, dat biedt perspectief! Ik denk niet dat het moment dat ik daar gebruik van ga maken nog ver weg is.

Ik mailde met vrienden die ook collega zijn in Nederland en London en smulde van hun verhalen over regenbuien en bijna was ik al zo ver om eens te denken aan overplaatsing. Samen met mijn assistant droomden we nog even verder over Engeland, haar man zat er net voor zijn werk en had gebeld over de vele regenbuien, en uiteindelijk zuchtten we dat het nou eenmaal niet anders is en gingen we door met het werk.

In de nacht van donderdag op vrijdag kwam het onweer. Het begon zo tegen half 3 en toen was het nog 29 graden. En elke keer als ik dacht dat het wegtrok kwam het in alle hevigheid terug. Misschien omdat ik tegenover een berg woon, ik weet het niet, maar onweer is hier bijna nog heftiger dan ik gewend ben van de Pastorie. Het knettert het huis in, elk moment denkend dat het is ingeslagen, met dat verschil dat de stroom het in de stad gewoon blijft doen. Van slapen kwam niks. Het was nog steeds om te stikken, de donders waren hard en na elke donder gingen de auto alarmen in mijn straat loeien en blaften er hondjes.

Ik was wel een beetje appelig vrijdagmorgen en in de spiegel zag ik een oud, vermoeid mens met onverzorgd haar. Nu zitten er in BP op elke hoek van de straat kappers en daartussenin ook, maar ik ken ze nog niet. Sommigen zien er uit alsof ze er al 80 jaar zitten en zo lijken ook hun kapsels en de kapsters die er met sigaretje staan, het haar in de meest wilde roodtinten, hoofdhuid zichtbaar en getoupeerd tot op zolder.

Als kind waren wij voor het eerst in BP, ik was 10. Mijn zus is een paar jaar ouder en moest naar de kapper. Mijn familie wist een goede, vlakbij, niet duur en aardig. Bubba heette ze en mijn zus moest daar maar naartoe. Ik kan me nog het moment van terugkomst herinneren. De familie was trots, mijn zus uiterst ongelukkig en mijn moeder verontwaardigd. Een hoofd, stijf van de lak en andere rotzooi en vol met pijpenkrullen, ingedraaid met een hete tang.

Andere salons in BP zijn hip, neonlicht, combinaties met schoonheidssalon en manicure waar van je nagels schilderijtjes gemaakt worden.
Ik belde de kapster in het dorp naast de Pastorie en vroeg om een afspraak vrijdagmiddag, zo 5 uur, half 6. Vol! Al helemaal vol. Zaterdag kon nog wel en ze zei half 7. 's Morgens.

Ik was even stil en herhaalde wat ik net had gehoord. Half 7?
Ja, zei ze, 6 uur 30 om geen misverstanden te krijgen. Ik zag nog even mijn hoofd voor me in de spiegel en zei dankbaar dat ik er zou zijn.
Natuurlijk een tropenrooster.....

En zo kwam ik vanmorgen 5 minuten te vroeg aan. In de stoel zat een net geverfde mevrouw en op het bankje een oude dame die net was gewatergolfd en op haar dochter zat te wachten die haar op zou halen. Dat zou toch wel werk vanaf 5 uur hebben betekend maar ja, dat heb je met een tropenrooster.

Ik zat in de stoel en de lokken vlogen er af. Mijn ervaring bij haar is dat je moet zeggen een beetje korter, want dan wordt het heel kort maar net niet te.
Ik checkte even met haar of ze inderdaad om 5 uur was begonnen en dat klopte. Maar dat ik er voor de rest helemaal naast zat volgde daarna.
Elke zaterdag begint ze om 5 uur want dat is haar drukste dag en haar laatste klant komt dan om 5 uur 's middags.
Niks tropenrooster dus, gewoon een hele harde werkster. En na 20 minuten en 3,5 euro reed ik terug naar een Pastorie in rust en ging ik een lekker kopje thee zetten.
Nog een hele dag voor me!

dinsdag 19 juni 2012

Vluchten in airco

We keken niet zondagavond. We hadden een ranchparty bij ons in het dorp met Duitsers en Hongaren en met paardjes uiteraard. We werden doorlopend getrakteerd op een voorstelling van de Duitser die telkens even ging kijken en dan buiten voor ons voordeed hoe de wedstrijden verliepen. In het kader van de ranch deed hij oude manke paarden na, want zo waren de spelers volgens hem, zowel die van ons alsook die van de Mannschaft. Zijn optreden was waarschijnlijk vermakelijker dan het spel met de bal en na de tussenstand gaven we ons snel over aan het aaien van de paarden en het kletsen over van alles en nog wat.

Dit weekend begon de hittegolf, een echte van boven de 30 graden. Zo eentje die lamlegt en op je kop valt. Binnen de dikke muren van de pastorie is het goed uit te houden, maar daarbuiten is het moeilijk, heel rustig met een boek in de schaduw en een fles water binnen handbereik.

We besloten CFD te douchen. Buiten op het gras. De slang aan de kraan gekoppeld en even laten voor warmen zodat het water lauw zou zijn. Prinses Flicka mocht eerst en met de staart tussen de beentjes liet ze zich wassen, het afspoelen was al leuker en het schudden daarna was feest. Daarna Daksi, mooie zwarte krulletjes, al de meegesleepte rotzooi van de pootjes en weer glans op de vacht. Hoofdhond Coco lag erbij en keek ernaar. Toen Daksi klaar was en schuddend wegrende, stond hij op, heel langzaam maar doelgericht en meldde zich bij de kraan.
Dat vind ik zo mooi aan Coco. Coco heeft geen woorden nodig en ik heb geen woorden nodig van Coco. Hij ziet wat de bedoeling is en als hij er brood in ziet dan werkt hij mee als de beste. En daarom voorafgaand aan de douche nog veel extra knuffels.
Coco heeft een wolvenvacht.
Waar F en D binnen 10 seconden kleddernat zijn, heeft Coco langer nodig. Zoals de Duitsers het zo mooi noemen, Coco heeft Unterwolle. Een boven- en een ondervacht, verschillend van kleur en structuur. Hij is niet zomaar nat en heeft de hele dag nodig om droog te worden.
En alle drie zijn ze nog mooier dan ze al waren!

Maandagmorgen was het uit met de pret binnen de muren van de pastorie. Ik ging op pad voor een afspraak in Szeged. De routeplanner dacht dat ik er 3 uur en een kwartier over zou doen, de afstand valt wel mee, zo'n 180 km, maar geen snelwegen en veel dorpjes. Ik vertrok iets na zessen en toen was het nog een lekkere 18 graden, maar onderweg, na elk dorp steeg de temperatuur met een paar graden.
De route was mooi, groen, landelijk, leuke dorpjes. Szeged ligt in het zuiden bij een aantal grenzen. In mijn hoofd, onder het genot van airco was ik op reis. Ik passeerde Subotica in Servie, ik zag de borden met Belgrado en toen ik Szeged binnenreed werd ik door de borden uitgenodigd om verder te rijden naar Bukarest.
Szeged zag er heel mooi uit. Liggend aan de rivier, prachtig groen. Het ziekenhuis ligt ook aan de rivier en is omgeven door een parkachtige begroeiing. De parkeerplaatsen weten dat je hier vaak lang moet wachten en daarom kun je voor 4 uur betalen, ideaal.
De afspraak vond plaats in de bibliotheek, heel goed gekozen door mijn gesprekspartner want er was airco. Ik liep langs wat kamers met patienten, donker, de luiken dicht om de zon buiten te sluiten, 4 bedden in een pijpenla. Toen we afscheid genomen hadden vluchtte ik terug naar de airco van mijn auto en als een Amerikaan in Europa reed ik door de stad om een kleine sightseeing te doen. Prachtig, veel Jugendstil, koepels, gevelschilderingen, een schone stad en warempel ook hier een trammetje, wel 3 zag ik er, met steeds maar 1 wagon.
De temperatuur was inmiddels opgelopen naar 35 graden en snel nam ik de route terug naar de Pastorie.

Vanmorgen hetzelfde verhaal, even na zessen nog prima weer, in de auto getuige van de buitentemperatuur die maar op bleef lopen, de hele dag in de airco en daarnet toch nog de warmte op mijn kop van de 38 graden die het voor mijn appartement in Budapest was.

Het belooft deze week zo te blijven. Weinig tram en wandelen deze week en des te meer auto en kantoor.
Hieronder wat plaatjes van Szeged, ik ga er graag terug als het 15 graden koeler is! En misschien volg ik dan ook die borden met Bukarest.....





zaterdag 16 juni 2012

Oranje jasje

Ik hoor van meerdere kanten dat het virus leeft in Nederland. In Oranje uitgedoste fans en gelegenheidsfans banen zich een weg door alle wedstrijden en zelfs de chipsverkoop, paprika natuurlijk vanwege de kleur, viert hoogtij.
Hier leeft het niet zo, tenminste voor zover ik het kan beoordelen. Ik vroeg aan de collega die tegenover mij zit of hij had gekeken......de ogen keken toegeeflijk maar het antwoord was ontkennend, geen interesse.
Een andere collega had een prachtige oranje jurk aan met bijpassend jasje.....ik legde mijn associatie uit, maar daar had de jurk natuurlijk niks mee te maken. Het was deze week de week van belangrijke presentaties, Powerpoint en de kleurenprinters draaiden volop en als je dan op de Bühne mag, doe je dat ook een beetje netjes.

En toch, er hing een Oranje jasje klaar aan mijn kledingrek. Ik ben een fan als het uitkomt en afgelopen woensdag kwam het zo uit. De nieuwe vriendinnen en ik hadden afgesproken om met elkaar te eten, twee van hen gaan ons verlaten om een nieuwe post te beginnen. De aanleiding was dus treurig, maar zo is het leven van ex pats. Zo kom je en zo ga je weer en alle mooie herinneringen neem je mee en de slechte laat je achter. En bovendien, de wereld is zo klein tegenwoordig en voor augustus staat er al een reunie gepland.....dus de sfeer zat er goed in.
Na het eten togen we met z'n 10-en naar het Margit Sziget, daar was de NL enclave neergestreken in een open lucht paviljoen om de wedstrijd te zien. Ik in mijn Oranje jasje, t-shirts hier en daar en kransen in het haar lopend naar de spanning.
De route was eenvoudig, in de verte hoorde je de Oh en Ah's, de frikandel en bitterbal lucht waren zwaar en Heineken sponsorde.
De uitslag is bekend. De Oh's werden Boeh's, de frituur leverde volop troostvoer en als we niet net gegeten hadden, had ik zeker meegeproefd. Heineken had bonnetjes geleverd met 1, 2, 3 er op. Elke goal van NL zou een gratis biertje opleveren en dat het bleef bij 1 en dat die 1 te weinig is, was spijtig. En toch was het leuk. Midden in de stad, open lucht, veel platte schermen aan de zijkant en het grote mega scherm in het midden. Een praatje met bekenden en na afloop met de tram naar huis, binnen het kwartier!

En nu de zondag. Misschien gaan we kijken en misschien niet want we hebben een afspraak hier in het dorp bij niet Nederlanders. Het oranje jasje heb ik in Budapest gelaten, hangend aan het kledingrek, achteraan....

maandag 11 juni 2012

Afgestapt

Fietsen was 1 van de plannen die ik had toen ik naar Budapest vertrok. De stad is niet de meest fiets vriendelijke, maar toch, er zijn hier en daar mooie fietspaden, er is veel groen, het is gezond en leuk en van huis naar werk en terug zou goed te doen moeten zijn. Heerlijk langs de Donau een frisse neus halen......

Inmiddels ben ik wat verder. Die frisse neus is relatief. De Donau ruikt best lekker en het park voor mijn huis geurt zalig naar vlier en linde. Het groen rondom kantoor is uitnodigend. Echter de stukken daar tussen in die doen je de das om. De bussen laten dikke blauwe walmen na, de trams stinken een uur in de wind en natuurlijk laten de vele auto's zich ook niet onbetuigd. Sommige fietsers dragen een kapje over mond en neus, dat zou mij te ver gaan, maar soms houd ik de adem wel even in, zelfs als ik zelf in de auto zit en het raampje toevallig open heb.
Toch keek ik naar de route huis werk en terug. Het eerste stuk is prima te doen, mooi langs de Donau en ver genoeg van de rest van het verkeer. De brug, heel goed te doen, een stukje achter langs de grote overdekte markt, nog wel acceptabel....maar dan. Het fietspad houdt op te bestaan en de fietser wordt onderdeel van een stroom van drukte, van getoeter, van links en rechts wisselen van rijbaan. Ik ben coulant met fietsers, ik jaag ze niet op, noch snijd ik ze of rij vlak langs ze zodat mijn luchtstroom hen doet wankelen. Ik zie het anders om me heen, de fietsers zijn stoer, maar ik zie de gevaren die om hen heen loeren, klaar om in actie te komen en hen te vloeren.

En een paar dagen geleden kreeg ik zomaar ongevraagd nog een argument aangereikt om de fiets even de fiets te laten, veilig in de Pastorie.
Ik zat bij het Mangalica tentje. Aan een mineraalwater en de knoflookbestelling net gedaan. Een jongen kwam binnen, Engelstalig, blijkbaar ook een vaste gast want het aardige meisje knoopte meteen een praatje aan. De jongen zat er ook echt om verlegen. Ik hoorde hem zeggen dat hij desperately needed a beer want zijn bike was just stolen, for the second time nog wel.
Het meisje reageerde precies goed, ongeloof en verontwaardiging en de jongen voelde zich uitgenodigd om het verhaal af te maken. Zoveel dollar lost, ik verstond niet hoeveel, maar non verbaal was het een groot bedrag. En wat nog het most incredible was, de bike was not on the street but in the udvar, in de binnenplaats dus, met een dikke locker eromheen die somebody blijkbaar stukgeknipt had.

Hoofdschuddend liep het meisje naar de tap, pakte een grote bier voor de jongen die het glas dankbaar aanpakte en met een sigaretje naar buiten liep.

Ik heb ook een udvar, geen garage, geen fietsenstalling en de fiets past ook niet in het kleine liftje. De enige veilige manier zou zijn de fiets via de trappen naar boven te dragen. Met mijn hakjes en nette jasje.
Ik ben dus afgestapt van het fietsen. In de praktijk maar nog niet in mijn hoofd want de mooie groene fietspaden en het Margit Sziget, eiland, lokken.

woensdag 6 juni 2012

De honden en de tantes

Het afgelopen weekend was het hondenweekend.
P was kort naar NL voor een familiefeest en had CFD vrijdag 's morgens verlaten. Gelukkig was ik iets na 5 uur in de middag weer bij ze en zoals ik al aan ze had beloofd ging toen het hondenweekend in.
Een hondenweekend betekent niks echt afwijkends, tenminste voor mij niet....
In een hondenweekend gaan de hekken dicht, komt er geen mens in en gaat er geen mens uit en ben ik hond met de honden.
Na de liefdevolle begroeting van alle drie heb ik uiteraard allereerst de pastorie kleren aangetrokken, korte spijkerbroek met shirt en oude platte schoenen. CFD waren aanhankelijk, ik verbeeld me aanhankelijker dan anders en ik lag meer op de grond naast ze dan dat ik op de stoel zat.
P had karbo's voor me achtergelaten, zowel voor de vrijdag als de zaterdag maar op de een of andere manier smaakten ze me niet zo en ook hierin deden we alles samen, de karbo's waren in no time op.
Omdat ik alleen was waakten CFD extra goed en wilden ze al om half 5 in de morgen naar buiten om onraad te verjagen. We ontbeten samen, dronken samen koffie, we kletsten wat, ik kreeg een verslag van de afgelopen week en we keken samen gezellig naar Brigitte Kaandorp. En er viel geen onvertogen woord want in een hondenweekend zijn we het altijd eens met elkaar. En ondertussen deed ik natuurlijk de dingen die bij dit nieuwe leven horen, zoals wassen draaien en het spul dat weer mee moet naar de stad opvouwen en in de koffer leggen. Trouwe lezers weten het, ik heb de pest aan strijken, inmiddels ligt er hier weer een stapel en ik kan de moed maar niet vatten.....

Onze onderbuurvrouw in het dorp is onderwijzeres en we merkten al snel dat ze in het dorp Tanárnéni werd genoemd, onderwijzerestante betekent dat letterlijk. We vonden het gek en het leek ons dorps maar sinds kort weet ik dat het niet alleen dorps maar ook stads is. En het is noch afkeurend noch denigrerend bedoeld, in tegendeel het is netjes en beleefd.
In mijn tram zaten 2 jongens, jaar of 17. Stoere jongens waren het, maar ze leken me wel aardig. Ze hadden overleg met zijn 2en, het leek me een serieus onderwerp. De ene jongen zat met zijn telefoon te spelen en luisterde naar het advies van zijn vriend. Na een zucht ging de jongen bellen.
Hij kreeg contact en bijna schoot ik in de lach. Met zijn liefste stem zei hij goedenavond tegen zijn tanárnéni. Hij zei sorry tanárnéni dat hij niet in de iskola geweest was vandaag, hij voelde zich een beetje beteg(ziek) tanárnéni, hij was wel bij de orvos(dokter) geweest, maar ja dus niet op school tanárnéni....
De andere kant stak een verhaal af en de jongen knikte gedwee, rendben tanárnéni, rendben, in orde onderwijzerestante, in orde. Hij sloot af met een hartelijk bedankt tanárnéni en drukte de telefoon uit.
De vriend keek naar hem en de jongen keek voor de zekerheid of de telefoon echt uit was en toen JOEHOE JOEHOE met de gewone stem van voor het telefoontje gingen de armen de lucht in, werden kloppen op elkaars schouders uitgedeeld en stapten ze uit op weg naar de pret.
Ik had er lol in, zieken tegen je onderwijzers is toch iets van alle tijden en blijkbaar van meer landen dan alleen Nederland. Ik vroeg me af of de tanárnéni het door had, ik betwijfel het want onderwijzers hier zijn nogal van de serieuze.....
Gisteren kwam er een mailtje binnen, van de receptie aan ons allen op kantoor.
De jegyesnéni was gearriveerd en zat klaar om ons te voorzien.
Ik snapte letterlijk wat er stond maar geloofde mijn eigen ogen niet. De kaartjes tante??? Ik ging mijn licht opsteken bij de receptie en het klopte. Op mijn werk komt elke maand een mevrouw die tickets verkoopt voor opera, operette, theater, concerten etc. En waarachtig daar zat ze, een heel aardige dame, de kaartjestante dus, met voor zich op een tafeltje allerlei biljetjes van allerlei voorstellingen. Deze keer kocht ik nog niks, misschien komt P maar misschien, waarschijnlijker, ook niet, maar voor een volgende keer en zeker voor de herfst en winter is deze jegyesnéni een waardevolle aanwinst op kantoor.

Misschien moet ik op zoek naar een vasalnéni een strijktante........????