Ik was even in de Grote Stad. Deze keer maar kort om wat vriendinnen te ontmoeten, maar daaromheen heb ik natuurlijk weer van alles genoten dat de Stad biedt.
Ik was er op de 8e, op nönap en dat wordt behoorlijk gevierd. De hele stad stond vol met bloemenstalletjes, bij elke uitgang van de metro, op Szell Kálmann tér, de bloemenwinkels hadden ook extra uitgepakt en een stuk trottoir meegenomen in de uitstalling. Het rook zelfs naar bloemen en het maakte de zonovergoten straten nog fleuriger.
En veel mensen liepen ook met bloemen, 1 langstelige, een bosje rozen, veel hyacinten en soms een bos zoals je ze in NL kent, groot en de armen vol.
Ik liep in district XIII bij het Isztvan park en ik zag 2 mannen die rode anjers uitdeelden aan elke langslopende vrouw. Ik keek om me heen of ik soms rare politieke partijen zag, posters of buttons. Ik keek naar de kleding en de haardracht van de mannen maar ik kon niets verontrustends ontdekken. Langzaam liep ik verder, 1 van de mannen pakte een rode anjer uit de bos in zijn armen, liep op me af en vroeg of hij mij een rode bloem mocht aanbieden ter ere van nönap.
Een onverwacht genoegen was dat. Zo maar een bloem krijgen, op straat, zonder een vervelend praatje erbij of een konijn uit de hoed. En daar liep ik met de eveneens langstelige anjer, 's morgens om 9 uur met nog een dag voor de boeg.
Voor de zekerheid maakte ik vast een foto.
Het kleine toestel, zo ideaal voor in de jaszak, jarenlang trouwe dienst bewezen is nu wel echt aan zijn eind gekomen. Dit was de laatste reis. Het display vertoont alle kleuren van de regenboog en vooral veel paars en de foto's nemen dit over, behalve de eerste foto van de dag. Hier komt de kunstzinnige anjer.
Later zag ik op meer plekken mannen die bossen met anjers uit wagens toverden en uitdeelden aan de dames. En tulpen natuurlijk, veel tulpen.
De steel van mijn anjer knakte zo tegen lunchtijd en tegen de avond begon de bloem wat te verschrompelen. Echter, 's avonds heb ik de steel nog wat ingekort en de bloem in een waterglas op mijn nachtkastje gezet. Het bleek een sterke bloem, heb er de rest van de dagen van kunnen genieten, tenminste als ik op de kamer was...
Het begin van district XIII is leuk. Het is een woonbuurt waar je lopend alles kunt meemaken wat je zo dagelijks nodig hebt. Een krantje, een kruidenier, bakkertjes, apart voor brood en voor gebak uiteraard. Bus voor de deur, kapper, beautysalons, te veel om op te noemen. En leuke en lekkere tentjes, voor alle momenten van de dag. Ik ontbeet bij Brios, een druk zaakje met zitters en halers, met een kaart die alleen al 2 bladzijden met verschillende eiergerechten liet zien. Maar natuurlijk ook de brioches, de croissants, yoghurt en fruit en de spek en de tomaat. En een heerlijke pot zwarte thee om de dag goed te beginnen.
En natuurlijk dat park met uitzicht op de Donau. Nu nog wat kalig maar straks zeker een oase van groen.
Vlakbij Brios zit de Raoul Wallenberg straat. Het is dit jaar het Raoul Wallenberg jaar, dus er staat het een en ander te gebeuren, iets om even te volgen.
De ontmoeting met de vriendinnen was op vrijdagavond in het enige Indonesische tentje dat BP op dit moment rijk is. Het heet Yogya en zit op de Oktober 6 ut. Hoogstaand culinair is het niet maar wel authentiek en heel gezellig en voor de kosten hoef je het zeker niet te laten, zelfs niet in dit chique stukje Budapest.
Ervoor én erna landden we in Innio, Ennio, Elnio, een geweldige wijnbar op de volgende hoek. Hip, trendy, sfeervol, hartstikke druk, een DJ achter de laptop én uiteraard een mooie wijnkaart. Wij dronken een aanrader met een leuke naam, Nap Hold Csillag, zon, maan, ster, van een jonge wijnmaakster uit Mór. Mocht je deze fles tegenkomen, heerlijk!
Verder tramde en buste ik van hot naar her, naar de grenzen van de stad in de districten 15, 16 in Pest en 2 in Buda. Vooral dat laatste, met bus 22, is een mooie route. Kijk steeds even naar achter over je schouder om het mooie panorama te zien over de stad. Bos, borden die waarschuwen voor overstekende hertjes. Ik stapte uit op de grens omdat mijn openbaar vervoer kaart tot de grens loopt en genoot van de zon op een terras met heerlijke stoelen en plaids voor als het nodig zou zijn.
Ook hier drukte, zaterdagdrukte van vrienden en families die hier blijkbaar hadden afgesproken om te vieren of om gewoon bij te kletsen.
En naar de bios ging ik ook nog, de film "Extremely loud en Incredibly close", zeer de moeite waard en gelukkig in de originele uitvoering met H ondertitels. Ik had nog 2 films op mijn lijst, maar de tijd was te kort, het weer was te mooi en natuurlijk moest ik op tijd mijn trein halen.....